Corporate Venture Capital voor het MKB: kansen en afwegingen

Ondernemingen zoeken steeds vaker naar mogelijkheden voor het behouden van hun relevantie in een disruptieve markt, aangedreven door snelle technologische en maatschappelijke veranderingen. Door digitalisering en toenemende concurrentie wordt het voor veel ondernemingen belangrijker om zichzelf te onderscheiden. De sleutel tot het creëren van maximale waarde op lange termijn is relevantie en één van de mogelijkheden om relevant te blijven is corporate venture capital (CVC): de directe investering van bedrijfsfondsen in externe startups. Al langer een beproefd recept onder multinationals, maar zeker ook interessant voor het MKB.

Onder grote multinationals, zoals ABN-AMRO (ABN-AMRO Digital Impact Fund), Eneco (Eneco Ventures) en KPN (KPN Ventures), is corporate venture capital een snel groeiende manier om te blijven innoveren. In Nederland waren in 2010 slechts acht CVC-fondsen actief; op dit moment ruim twintig. Door als onderneming samen te werken met jonge, creatieve en ondernemende teams wordt geprobeerd aansluiting te vinden op de disruptieve ontwikkelingen binnen de markt. In 2018 heeft Coca-Cola bijvoorbeeld geïnvesteerd in een startup uit Eindhoven, Ioniqa, dat een technologie heeft ontwikkeld om PET-plastic weer om te zetten in zuivere grondstoffen. Dit sluit naadloos aan bij de doelstelling van Coca-Cola om tegen 2030 zeker de helft van zijn verpakkingen uit gerecycled materiaal te vervaardigen. Wat opvalt is dat deze investering voornamelijk is gedaan vanuit strategische overwegingen, in plaats van financiële overwegingen. Hiermee wordt gelijk de kerngedachte achter een CVC-investering zichtbaar, namelijk het investeren met strategische overwegingen.

CVC: motieven achter een investering

Een CVC-investering wordt over het algemeen aangegaan vanuit drie verschillende strategische motieven. De eerste is ‘learning’, dat weer onderverdeeld wordt in drie subcategorieën. Market-level learning is de eerste subcategorie. Hierbij gaat het om het leren door het constant observeren van nieuwe ondernemingen binnen de markt, waardoor het voor de onderneming mogelijk wordt om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op het gebied van markten, technologieën en bedrijfsmodellen. De tweede subcategorie betreft venture-specific learning. Hierbij gaat het om een CVC-investering met als doel om extern R&D uit te voeren, waarmee bedrijven hun kennis, competenties, technologieën, producten en processen verder uitbreiden. Tot slot is er nog indirect learning, waarbij het gaat om het leren van het proces dat samenhangt met een CVC-investering. Een CVC-investering wordt dan aangegaan om de bedrijfscultuur te veranderen, het junior-management op te leiden, te leren over venture capital, de ontwikkeling van het interne venture proces te ondersteunen en om contacten te versterken met relevante partijen.

Het tweede motief achter een CVC-investering is die van option building, onder te verdelen in twee subcategorieën: opties om bedrijven te verwerven en opties om nieuwe markten te betreden. Het eerstgenoemde houdt in dat een CVC-investering wordt aangegaan met als eventuele mogelijkheid om het bedrijf later over te nemen. De tweede houdt in dat een CVC-investering aangegaan wordt als voorbereiding op het betreden van nieuwe markten. Door CVC-investeringen worden startups aangetrokken met al hun kennis en kunde. Dit stelt een bedrijf in staat beter voorbereid een markt te betreden. CVC-investeringen kunnen ervoor zorgen dat de noodzakelijke kwaliteiten worden aangeleerd en dat daarnaast de juiste timing kan worden toegepast met betrekking tot de toetreding.

Het derde motief achter een CVC-investering is die van leveraging. Deze kan ook weer worden onderverdeeld in twee subcategorieën: leveraging van de eigen technologieën en platformen, en leveraging van de eigen complementaire middelen. In het eerste geval wordt een CVC-investering gebruikt om de vraag naar de eigen technologieën en producten te stimuleren door bedrijven te sponsoren die deze technologieën en producten gebruiken. De tweede betekent dat CVC-investeringen gedaan worden op een manier waardoor nieuwe producten kunnen worden toegevoegd aan de bestaande distributiekanalen, of om een efficiënte invulling te geven aan overtollige bedrijfsruimte, tijd of mensen.

Welke strategie past bij mij?

Nu we de motieven op een rij hebben gezet is het van belang om te kijken naar de verschillende investeringsstrategieën. De eerste investeringsstrategie is die van de driving investments. Een driving investment wordt gekenmerkt door een strategisch motief en een sterke link tussen de startup en de operaties van het investerende bedrijf. Het doel van deze investeringsstrategie is om voort te bouwen op de huidige strategie van het investerende bedrijf. Echter, ondanks het feit dat de huidige bedrijfsstrategie bevorderd kan worden door driving investments, zijn er wel grenzen aan wat mogelijk is. Wanneer het investerende bedrijf wordt geconfronteerd met verstorende strategieën zal deze investeringsstrategie het bedrijf niet helpen in de omslag. Oftewel, wanneer een bedrijf haar huidige strategie en processen wil overstijgen kan zij niet vertrouwen op driving investments.

De tweede investeringsstrategie is gericht op enabling investments. Enabling investments worden voornamelijk gedreven door strategische motieven. Echter, bij deze investeringsstrategie ontbreekt de sterke link tussen het operationele aspect van de onderneming en de startup waarin wordt geïnvesteerd. De vraag die dan gesteld kan worden is hoe een bedrijf dan voordeel kan behalen uit een CVC-investering, wanneer de operaties niet verbonden zijn aan die van de startup. Het antwoord is complementariteit. Een enabling investment kan ervoor zorgen dat het ecosysteem waarin het bedrijf opereert verder ontwikkeld kan worden. Investeren zorgt er dan voor dat de vraag naar de eigen producten wordt gestimuleerd door leveranciers, klanten en ontwikkelaars.

Tot slot zijn er nog emergent investments. Een bedrijf gaat over tot deze investeringsvorm wanneer er een sterke link is tussen de startup en de operationele capaciteiten van het investerende bedrijf, maar de startup weinig te bieden heeft met betrekking tot de verbetering van de huidige strategie. Wanneer de bedrijfsomgeving verandert of de bedrijfsstrategie van de startup wijzigt, kan deze wel van strategische waarde worden. Door emergent investments wordt er een keuze gemaakt die onafhankelijk is van de te behalen financiële rendementen. Een bedrijf kan bijvoorbeeld een kans zien in een nieuwe markt met nieuwe klanten. Door te investeren in een startup die bereid is dit onontdekte gebied te betreden kan er informatie verworven worden die niet via een marktonderzoek verkregen had kunnen worden. Voor een markt met potentie bieden emergent investments een oplossing.

CVC voor het MKB: inspelen op de toekomst

In 2017 bleek uit de maandelijkse MKB-monitor dat zes op de tien MKB-ondernemers zich zorgen maakt over de toekomst. Door de snelle technologische en maatschappelijke veranderingen worden er andere eisen gesteld aan ondernemers. Nieuwe kansen, die de innovatiekracht van het MKB-bedrijf vergroten, dienen dan ook aangegrepen te worden. Door een CVC-investering kan een onderneming zich beter voorbereiden op de steeds veranderende toekomst.

Interesse om meer te weten te komen over CVC-investeringen en de mogelijkheden voor uw onderneming? Neem gerust contact met ons op. Wij adviseren u graag op een duidelijke, deskundige en gedreven manier.